Hoe kan je beverschade voorkomen of oplossen?

Het is geen geheim dat er steeds meer bevers in Nederland zijn. Na de herintroductie in de jaren tachtig, hebben bevers zich gestaag verspreid door het land. De vele sloten, beken en rivieren zijn precies waar de bever zich in thuis voelt. En bomen, struiken, kruiden en zelfs bepaalde gewassen zoals mais, bieden perfecte voeding voor deze grote knaagdieren.

Hoewel de bever een mooie bijdrage levert aan de biodiversiteit en vernatuurlijking, en ons ook helpt met waterzuivering, zijn bevers niet altijd overal welkome gasten. Er zijn verschillende manieren waarop je de geschiktheid voor bevers en hun risico’s in een gebied kan bepalen, en hun schade kan voorkomen (preventief) óf oplossen (reactief). Lees hieronder hoe!

Risico’s identificeren: Aanwezigheid, aantrekkelijkheid en gevoeligheid

Het is goed om er vroeg bij te zijn met het identificeren van bevers en hun risico’s, waardoor eventuele schade mogelijk voorkomen kan worden. Bij het identificeren van bevers en hun risico’s zijn er 3 factoren van belang, namelijk aantrekkelijkheid, aanwezigheid en gevoeligheid.

Onafhankelijk van of bevers al aanwezig zijn of niet, kan een expert kijken naar hoe aantrekkelijk een gebied is voor bevers. Hierbij wordt in het veld én op de computer gekeken naar verschillende eigenschappen van de omgeving, zoals waterlichamen, oevers, planten, en meer. Een expert kan dan aangeven of er geschikt beverhabitat aanwezig is. Hieruit kan worden bepaald of er een kans is dat bevers in de toekomst zullen komen, óf zullen blijven als er ook sporen zijn gevonden.

Met behulp van een beverexpert kan worden gekeken of er al bevers aanwezig zijn in een gebied. Er wordt dan gezocht naar sporen die bevers achterlaten, zoals knaagsporen, holen, burchten en geurmerken. Dit onderzoek kan het hele jaar door, want bevers zijn in alle seizoenen actief.  

Gevoeligheid is de laatste en belangrijkste factor. Als het gebied aantrekkelijk blijkt voor bevers, zal er moeten worden bepaald of het ook gevoelig is voor schade door bevers. Bevers kunnen op verschillende manieren schade aanrichten. Bijvoorbeeld door dammen te bouwen en hiermee waterpeilen te verhogen en verlagen. Of door holen te graven met doorgezakte wegen, sporen of gebouwen tot gevolg. Of door te knagen, aan struiken, bomen of zelfs gewassen, wat soms ongewenst is of gevolgen kan hebben voor veiligheid. Lees hier meer over de verschillende typen schade.

Een beverexpert kan dus bepalen of een gebied geschikt is voor bevers en of ze er mogelijk al voorkomen, en wat voor risico’s de bevers voor het gebied  met zich meebrengen. De manier waarop dit wordt geanalyseerd, is afhankelijk van de omvang van een gebied. Bij een groot gebied wordt dit gedaan door middel van een combinatie van veldbezoek(en) en GIS-analyses. Bij een klein gebied volstaan alleen veldbezoeken voor het identificeren van bevers en hun risico’s. Lees hier meer over de verschillende opsporingsmethoden.

 

Schade voorkomen is beter dan genezen

Als er bevers in het gebied aanwezig zijn, maar er geen overlast is, óf als er geen bevers aanwezig zijn, maar er wel een verhoogd risico is op beverschade, is het verstandig om in kaart te brengen wat de risico’s zijn en deze te verkleinen of weg te nemen vóórdat ze een probleem veroorzaken.

Het preventief verlagen of wegnemen van risico’s op schade door bevers biedt grote voordelen ten opzichte van het repareren van schade. Als schade kan worden voorkomen of beperkt scheelt dat reparatiekosten en ontstaan er geen ongewenste of onveilige situaties. Daarnaast kunnen preventieve maatregelen vaak worden meegenomen in regulier onderhoud, waardoor de kosten van de oplossing relatief laag blijven.

Bij het veldbezoek zullen beverexperts naast de identificatie van bevers en risico’s ook meteen nadenken over mogelijke oplossingen. Er zijn veel verschillende oplossingen, van het aanpassen van het voedselaanbod, tot het uitgraven van holen, of als uiterste maatregel zelfs het schieten van bevers. Op Kenniscentrum Bever staan heel veel knelpunten en bijpassende oplossingen aangegeven. Ze staan per schadetype aangewezen, namelijk graafschade, natschade en knaagschade. Op de bovenstaande link worden de schadetypes verder uitgelegd.  

 

Schade door bevers oplossen

Wanneer bevers, hun risico’s of schade zijn bepaald in het gebied, betekent dit nog niet dat een bever een probleem is. Bevers lijken een groot probleem, onder andere door hoe erover wordt gecommuniceerd.

Bevers zijn architecten van natuurgebieden. Ze maken mooie moerassen en creëren habitat voor andere dieren. Het is daarom belangrijk om te bedenken wat de functie is van het gebied, en wat het aankan. Op veel plekken zullen bevers geen problemen veroorzaken. Het is vaak maar net hoe je ernaar kijkt.

Mochten er toch ongewenste impact of schade door de bever in het gebied zijn, dan kan er worden gekeken naar oplossingen om de schade te beperken of bevers uit het gebied te verdrijven. De beverexperts zullen bij het veldbezoek voor het identificeren van bevers, risico’s en schade ook meteen nadenken over mogelijke oplossingen. Er zijn veel verschillende oplossingen, van het aanpassen van planten, tot het uitgraven van holen, of zelfs het verplaatsen of schieten van bevers. Op Kenniscentrum Bever staan heel veel knelpunten en bijpassende oplossingen aangegeven. Ze staan per schadetype aangewezen, namelijk graafschade, natschade en knaagschade.

Als een geschikte oplossing is uitgekozen, kan de stap naar uitvoering worden gezet. Hierbij is het belangrijk om te kijken of er een ontheffing nodig is, lees daarover hieronder meer. Afhankelijk van de oplossing, kan het zijn dat er ecologische begeleiding noodzakelijk is. Dit verschilt per situatie en hierover kunnen beverexperts of ecologen meer informatie geven.

 

Ontheffing nodig of niet?

Belangrijk om over na te denken bij het uitvoeren van oplossingen tegen risico’s of schade door bevers, is de ontheffingsplicht. In Nederland zijn veel soorten beschermd onder de Wet Natuurbescherming en vanaf 1 januari 2024 de Omgevingswet, waaronder ook de bever. Het kan zijn dat de gekozen oplossing een substantiële impact heeft op de bever of andere soorten in het gebied. Het verwijderen van dammen bijvoorbeeld zal de bever in dat gebied kunnen verstoren, en kan ook invloed hebben op vissen of amfibieën in het gebied. In Nederland is het verboden om beschermde soorten te verstoren, te verwonden of te doden, maar ook het leefgebied van de bever te beschadigen ofwel te vernielen. Daarom is er een ontheffing nodig om bepaalde oplossingen of werkzaamheden uit te voeren.

Om te bepalen of je een ontheffing nodig hebt, is een ecologische quickscan door een ter zake kundige ecoloog noodzakelijk, waarna nader ecologisch onderzoek mogelijk nodig is. Als hieruit blijkt dat er geen ontheffingsplicht is, kan de oplossing meteen in gang worden zetten. Komt uit de quickscan dat er wel een ontheffingsplicht is, dan moet er een ontheffing worden aangevraagd.

Ontheffingen moeten worden aangevraagd bij de provincie, waarbij de locatie van de ingreep leidend is. In uitzonderingsgevallen moet een ontheffing bij het RVO worden aangevraagd. De uitzonderingen staan beschreven in het Besluit Natuurbescherming art 1.3. Dit gaat bijvoorbeeld over werk aan hoofdwegen of primaire keringen.