
Inleiding en probleemstelling
Sinds de introductie van bevers in de jaren ’80 is hun populatie exponentieel gegroeid, met bevers die nu langs grote rivieren zitten en verder landinwaards trekken via regionale waterlopen. Het aantal hoogwatervluchtplaatsen (HVP’s) is onder andere door rivierverruimende projecten afgenomen, waardoor de risico’s op schade aan waterkeringen tijdens hoogwater zijn toegenomen. Daarbij kan gesteld worden dat hoe hoger en langduriger het hoogwater is, hoe groter de risico’s op schade zijn.
Tijdens hoogwaterperiodes overstromen beverholen en -burchten langs de oevers, waardoor bevers naar dijken vluchten om daar te graven. Sinds 1995 en 1998 zijn er, op die van juli 2021 in de Maas na, geen echte hoogwatersituatie meer voorgekomen in Nederland. Echter, we zien nu al bij beperkte hoogwatersituaties schade aan de waterkeringen ontstaan door bevers die de dijk invluchten. De holen worden onder de waterspiegel gegraven en zijn daarom pas bij vallend water te zien.
In toenemende mate worden de hierboven beschreven problemen onderkend en daarom hebben de waterschappen, Rijkswaterstaat, ProRail en de Zoogdiervereniging de handen ineen geslagen en een samenwerking aangegaan om het probleem op te lossen.
Doel
Doel van dit project is het opbouwen van kennis en ervaring met de aanleg van hoogwatervluchtplaatsen voor bevers, het gebruik van deze structuren door bevers en het delen van deze kennis met andere waterkeringbeheerders (in binnen- en buitenland).
Inrichting van HVP’s
Binnen dit project zullen verschillende typen HVP’s worden ontwikkeld en getest:
- Grondlichamen
Hierbij zijn een aantal zaken van belang:
- Hoogte van de HVP
- Vorm van het oppervlak
- Grootte van het oppervlak dat boven water uitsteekt
- Aantal beverterritoria
- Aanwezigheid van dassen
- Gebruikte grondsoort
- Mate van verstoring
- Effect op afvoer en stroming
- Houtige begroeiing voor dekking en stabiliteit van de constructie
- Aanwezigheid van vee
- Drijvende HVP
Als er vanwege te grote opstuwing geen mogelijkheid is om een HVP in de vorm van een grondlichaam uit te voeren, dan kan een drijvende HVP worden ingezet. Dit idee wordt momenteel uitgewerkt naar produceerbare ontwerptekeningen.
- HVP in de waterkering
Door een compartimentering kan een HVP worden ingericht in de kering. Dit is vooral een mogelijkheid als er geen ruimte, of mogelijkheid is voor een grondlichaam of drijvende HVP.
Contactpersoon
Waterschappen: Ronald Wolters, RWolters@aaenmaas.nl
Zoogdiervereniging: Vilmar Dijkstra, vilmar.dijkstra@zoogdiervereniging.nl