Knaagschade aan struiken/bomen
Hieronder vind je een aantal suggesties voor mogelijke oplossingen voor dit knelpunt. Klik op een item voor een gedetailleerde uitleg.
Hieronder vind je een aantal suggesties voor mogelijke oplossingen voor dit knelpunt. Klik op een item voor een gedetailleerde uitleg.
Om schade door vraat te voorkomen kan een deel van het leefgebied worden afgesloten met een bever-kerend raster. Deze methode kan alleen worden toegepast in watergangen van geringe dimensies en kan niet op grotere wateren worden toegepast. Daarbij wordt een raster in een watergang aangebracht, waarbij de gehele waterkolom met gaas afgesloten moet worden. Het gaas moet ook in de onderwaterbodem worden aangebracht, om te voorkomen dat de bevers onder het gaas door graven. Daarnaast moet het raster ook op de oevers doorlopen, anders lopen ze er eenvoudig omheen. Om te voorkomen dat de bevers een stuk over land lopen om alsnog om het raster heen te lopen, dient het raster minimaal 10 tot 20 meter (afbeelding 1) over land te lopen. Daarbij moet aan het eind van het raster, aan de kant vanwaar de bevers komen, het raster een stuk teruglopen zodat er een soort van fuik ontstaat. Aanbevolen wordt om het hekwerk 1,2 meter hoog te maken. Daarnaast is het belangrijk om het gaas met een hoek van 90 graden ong. 30 cm op de grond door te laten lopen, aan de kant waar de bever vandaan komt (afbeelding 2). Dit voorkomt dat bevers onder het hekwerk gaan graven. Zet het gaas dat op de grond komt daarvoor goed vast met pinnen. Een meer onderhoudsvriendelijkere optie is om het raster 20 cm in te graven en ong. 30 cm onder de grond door te laten lopen. Het gaas dient een maaswijdte te hebben van maximaal 15 bij 15 cm. De draaddikte moet minimaal 2 mm zijn.
Als er voor de bevers meerdere mogelijkheden zijn om het deel waar de bevers weg gehouden moeten worden te bereiken, dan dienen al deze ‘toevoerkanalen’ afgesloten te worden. Dat kan deze methode in sommige situaties erg bewerkelijk maken.
Bevers kunnen erg vasthoudend zijn. In het geval dat een deel van een gebied afgesloten moet worden dat ooit al onderdeel was van het leefgebied van de bevers die er verblijven, dan hebben bevers de neiging om beter hun best te doen om het afgesloten deel te bereiken. Dat kan ervoor zorgen dat ze verder om het raster gaan lopen dan gebruikelijk.
Heb je ervaring met het toepassen van deze oplossing? Geef je ervaringen dan graag door. Voor iemand die twijfelt om deze oplossing toe te passen zijn deze ervaringen zeer waardevol
Bevers zijn voor hun voedsel sterk afhankelijk van bomen en struiken. Ze eten over het algemeen niet verder dan 20 tot 30 meter van de oever. Door geen eetbare soorten bomen en struiken binnen een zone van 20 tot 30 meter langs wateren op te nemen in het plan, kan vestiging waarschijnlijk voorkomen worden. Bevers lopen soms echter verder de kant op en zijn ook in staat om vanuit de oever foerageerkanalen te graven en daarmee voedselbronnen te ontsluiten. Helemaal waterdicht is deze methode dus niet, maar over het algemeen kan het werken.
Bomen en struiken die bevers minder goed tot niet kunnen verteren, zijn wel toepasbaar in de zone van 20 tot 30 meter van de oever. Dit zijn: zwarte els, gewone-, noordse- en veldesdoorn, paardenkastanje, tamme kastanje, naaldbomen, vlier, sleedoorn, meidoorn, Gelderse roos, roos, kornoelje en kardinaalsmuts (tabel 1). Zwarte els wordt wel gegeten door bevers, maar niet in grote hoeveelheden (toxische eigenschappen).
Het kan zijn dat de aanwezigheid van waterplanten zoals gele plomp of van landbouwgewassen (zoals mais, penen en bieten) de mogelijkheden voor bevers verbeteren om zich toch te vestigen, hoewel er weinig bomen en struiken aanwezig zijn. Daarbij moet tevens bedacht worden dat beverterritoria groot kunnen zijn (1 tot 10 km oeverlengte), waardoor bevers buiten het gebied gunstige vestigingslocaties kunnen hebben en zich toch binnen het gebied gaan ophouden. Dit betekent dat bij eventuele inrichtingsplannen, in de planvorming ook de omgeving betrokken moet worden om tot een conflictarme inrichting te kunnen komen.
Sinds de jaren negentig worden steeds meer terreinen integraal begraasd, dat wil zeggen jaarrond en in grote eenheden. Deze vorm van begrazing voorkomt uiteindelijk niet de opslag van bomen en struiken.
Om de knaagdruk op bepaalde houtige begroeiing verder te verminderen, kan ook overwogen worden om elders in het territorium soorten aan te bieden die bevers graag eten, zoals wilgen en populieren.
Heb je ervaring met het toepassen van deze oplossing? Geef je ervaringen dan graag door. Voor iemand die twijfelt om deze oplossing toe te passen zijn deze ervaringen zeer waardevol
Aangeknaagde bomen die een risico vormen kunnen gecontroleerd geveld worden. Zeker als de gevelde boom achterblijft op een voor bevers bereikbare plek (dicht langs de oever), is hiervoor doorgaans geen ontheffing noodzakelijk. Binnen de bebouwde kom kan het zijn dat voor het vellen van bomen wel een gemeentelijke ontheffing noodzakelijk is. Indien in een beverterritorium veel houtige begroeiing wordt verwijderd, dan kan daarvoor wel een ontheffing van de wet Natuurbescherming noodzakelijk zijn. Het achterlaten van de boom heeft het voordeel dat de bevers minder snel aan de volgende boom gaan knagen, die ook weer een risico kan vormen.
Indien het gaat om een perceel met meerdere struiken en/of bomen waarin schade aanwezig is of wordt verwacht, kan het gehele perceel met een beverwerend raster worden afgesloten. Dan kan een klein wildraster worden geplaatst zoals beschreven in de Leidraad Faunavoorzieningen bij Infrastructuur. Aanbevolen wordt om het hekwerk 1,2 meter hoog te maken. Daarnaast is het belangrijk om het raster met een hoek van 90 graden ong. 30 cm op de grond door te laten lopen, aan de kant waar de bever vandaan komt (afbeelding 1). Dit voorkomt dat bevers onder het hekwerk gaan graven. Zet het gaas dat op de grond komt daarvoor goed vast met pinnen. Een meer onderhoudsvriendelijkere optie is om het raster 20 cm in te graven en ong. 30 cm onder de grond door te laten lopen. Het gaas dient een maaswijdte te hebben van maximaal 15 bij 15 cm. De draaddikte moet minimaal 2 mm zijn. De rasters blijken het meest effectief te zijn als het minimaal 20 tot 30 meter van de oever geplaatst wordt. Let op: check de rasters regelmatig op gaten of zwakke plekken en repareer dit tijdig.
Om de knaagdruk op bepaalde houtige begroeiing verder te verminderen, kan ook overwogen worden om elders in het territorium soorten aan te bieden die bevers graag eten, zoals wilgen en populieren.
Heb je ervaring met het toepassen van deze oplossing? Geef je ervaringen dan graag door. Voor iemand die twijfelt om deze oplossing toe te passen zijn deze ervaringen zeer waardevol
Om vraatschade aan landbouwgewassen en andere begroeiing te voorkomen, kan gebruik worden gemaakt van schrikdraad (afbeelding 1). Het is echter een onderhoudsgevoelige methode. De draden moeten vrij blijven van vegetatie om goed te kunnen werken. De onderste draad mag niet hoger aangebracht worden dan 15 cm boven het maaiveld. Daarna volgt nog een draad op 25 cm boven het maaiveld.
Heb je ervaring met het toepassen van deze oplossing? Geef je ervaringen dan graag door. Voor iemand die twijfelt om deze oplossing toe te passen zijn deze ervaringen zeer waardevol
Aangeknaagde bomen die een risico vormen kunnen gecontroleerd geveld worden. Zeker als de gevelde boom achterblijft op een voor bevers bereikbare plek is hiervoor doorgaans geen ontheffing noodzakelijk. Binnen de bebouwde kom kan het zijn dat voor het vellen wel een gemeentelijke ontheffing noodzakelijk is. Het achterlaten van de boom heeft het voordeel dat de bevers minder snel aan de volgende boom gaan knagen, die ook weer een risico kan vormen.
Individuele bomen waar (nog) niet (veel) aan geknaagd is kunnen beschermd worden door het aanbrengen van een vraatwerend middel, zoals Wöbra. Dit is een niet giftige pasta die grotendeels bestaat uit kwartszand. De groei en sapstroom worden niet beïnvloed door het middel. Zodra de pasta is opgedroogd is het transparant. Dergelijke vraatwerende middelen kunnen ook toegepast worden als bomen behouden moeten blijven.
Breng het middel bij voorkeur aan als het niet regent en het minimaal 8 graden Celsius is. Het smeermiddel kan effectief blijven voor een periode van 12 tot 15 jaar, afhankelijk van de (weer)omstandigheden. Het wordt aangeraden om elke 5 tot 10 jaar de boom te checken en een nieuwe laag aan te brengen.
Let op: breng het smeermiddel vanaf de onderkant van de stam tot minimaal één meter hoog aan.
Om de knaagdruk op bepaalde houtige begroeiing verder te verminderen, kan ook overwogen worden om elders in het territorium soorten aan te bieden die bevers graag eten, zoals wilgen en populieren.
Heb je ervaring met het toepassen van deze oplossing? Geef je ervaringen dan graag door. Voor iemand die twijfelt om deze oplossing toe te passen zijn deze ervaringen zeer waardevol
Aangeknaagde bomen die een risico vormen kunnen gecontroleerd geveld worden. Zeker als het om een enkele boom of struik gaat en als de gevelde boom of struik achterblijft op een voor bevers bereikbare plek (dicht langs de oever), is hiervoor doorgaans geen ontheffing noodzakelijk. Binnen de bebouwde kom kan het zijn dat voor het vellen van bomen wel een gemeentelijke ontheffing noodzakelijk is. Het achterlaten van de boom heeft het voordeel dat de bevers minder snel aan de volgende boom gaan knagen, die ook weer een risico kan vormen. Indien in een beverterritorium relatief veel houtige begroeiing moet worden verwijderd, dan kan daarvoor wel een ontheffing van de Wet Natuurbescherming noodzakelijk zijn.
Individuele bomen waar (nog) niet (veel) aan geknaagd is kunnen beschermd worden door het gebruik van een beverwerend gaas. Standaard kippengaas biedt enige bescherming, maar houdt niet altijd bevers tegen. Als het gaas te licht is of niet stevig genoeg staat, kan een bever het gaas van de boom trekken en alsnog aan de boom knagen. Dit zal met name gebeuren als er geen of onvoldoende alternatieve voedselbronnen in de buurt zijn. Om te voorkomen dat de bever het gaas omhoog duwt, is het aan te raden het met pinnen in de grond vast te zetten.
Schapen- of harmonicagaas werkt beter tegen bevervraat, met een minimale afmeting van 2,5 bij 5 cm. De draaddikte die het gaas moet hebben moet minimaal ongeveer 2 mm bedragen om bevers tegen te houden. Let op: het raster moet minimaal één meter hoog aangebracht worden.
Er zijn mogelijkheden om rekening te houden met een boom die nog in de breedte kan groeien, bijvoorbeeld met behulp van een ijzeren springveer (zie afbeelding 2). Om de paar jaar moet dan gecontroleerd worden of het gaas nog voldoet.
Om de knaagdruk op bepaalde houtige begroeiing verder te verminderen, kan ook overwogen worden om elders in het territorium soorten aan te bieden die bevers graag eten, zoals wilgen en populieren.
Heb je ervaring met het toepassen van deze oplossing? Geef je ervaringen dan graag door. Voor iemand die twijfelt om deze oplossing toe te passen zijn deze ervaringen zeer waardevol
Om de kans op het graven in een kwetsbare oever te verkleinen, kan overwogen worden om de aanwezige houtige begroeiing te verwijderen (afbeelding 1). Zodra de hoeveelheid te verwijderen houtige begroeiing meer is dan een paar bomen of struiken, moet er bekeken worden of een ontheffing van de Wet Natuurbescherming noodzakelijk is. Het mag namelijk niet zo zijn dat een aanzienlijk deel van het foerageergebied van de bevers daardoor verdwijnt. Het kan wel als die hoeveelheid op een andere locatie binnen hetzelfde territorium wordt gemitigeerd. Daarnaast kan het verwijderen van houtige begroeiing negatieve gevolgen hebben voor andere flora- of fauna soorten, ook daarvoor kan een ontheffing noodzakelijk zijn. Het verwijderen van houtige begroeiing kan nooit helemaal voorkomen dat bevers ergens gaan graven, zo zijn er al vele holen en een aantal burchten op locaties waar geen houtige begroeiing is, maar de kans dat ze op die locatie gaan graven wordt wel kleiner. Deze maatregelen kunnen het beste toegepast worden in combinatie met het aanbieden van een locatie die juist heel geschikt is om een hol of burcht te construeren. Hierdoor wordt de graafdruk in de oever waar graven ongewenst is verder verkleind.
Heb je ervaring met het toepassen van deze oplossing? Geef je ervaringen dan graag door. Voor iemand die twijfelt om deze oplossing toe te passen zijn deze ervaringen zeer waardevol